Wet tot regeling van het Militair Onderwijs bij de Landmacht
Artikel 19
Hij, die tot de Cadettenschool is toegelaten en bij de in art. 15, onder b, voorgeschreven aanmelding kennis heeft gegeven van zijn verlangen om het voorbereidend onderwijs voor toelating tot de Koninklijke Militaire Academie elders dan aan genoemde school te volgen, wordt daartoe, naar bij Reglement te bepalen regelen, in het genot van groot verlof gesteld.
Hij staat, voor de toepassing dezer Wet, gelijk met hem die het onderwijs aan de Cadettenschool geniet, doch is gedurende zijnen verloftijd vrijgesteld van het betalen der bijdrage bedoeld bij art. 10.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.